l'Ouverture d'Unamore

Menu

Van Fátima naar Ourem

January 2011

Mijn afscheid aan Fátima was verrassend mooi.

Ik zeilde door de lucht in een wonder mooi stil licht dat boven de wolken hing.

Toen ik weer terug op aarde was, stonden twee regenbogen in de lucht.

Een nieuw jaar diende zich aan, het jaar 2011.

Ik logeerde in hotel Rosa Mystica.

s’Nachts hoorde ik een feestelijk beieren van klokken. Vanwege mijn gebroken schouder bleef ik in bed. Ik waagde het niet om mij tussen de vele pelgrims te begeven op het grote plein waar ooit, toen het nog geen plein was, Maria aan drie herdertjes verscheen, die daar hun schaapjes aan het hoeden waren.

De volgende dag ging ik naar het museum. Ze waren er nog allemaal, mijn schilderijen. Drie maanden hadden ze hier gehangen en ik ervoer hun kracht. De zonen van Jacob dansten naar me toe en ik omhelsde ze stuk voor stuk. In het gastenboek las ik hoe dankbaar de bezoekers waren geweest dat ik met mijn schilderijen naar Portugal was gekomen  en over wat het hen deed. Hoe het heilige levenslicht in hun hart was ontvangen en daar zo troostend en helend was geweest. Er kwamen bezoekers en ik sprak met hen. Een van hen was een vrouw uit Lissabon. Zij had mijn tentoonstelling gezien en was terug gekomen om mij te ontmoeten.

Een dag na mijn aankomst kwamen tegen de avond Margreet Metze en Guillette Bink het hotel binnen. Zij kregen de kamer naast mij en hielpen mij met aan- en uitkleden en eten. En dat niet alleen, op maandag haalden ze de schilderijen van de muren en pakten ze in voor het transport naar Ourem, dat op woensdag  plaats zou vinden. Met hen bezocht ik de plekken waar de herdertjes hun schaapjes hadden gehoed en waar Maria verschenen was en ook het huis van Jacinta en Francisco. We smulden van de traditionele lekkernijen en maaltijden en werden met iedereen bevriend die we ontmoetten. Ook met de regen, de wind en de zon, die gelukkig ook vaak scheen. We zagen de sinasappelen en de citroenen aan de bomen hangen en smikkelden van de mandarijnen bij het ontbijt, die een geur verspreiden om eeuwig heimwee naar te hebben.

Op woensdag reden we achter een gemeente busje aan van de stad Ourem, waarin mijn schilderijen zaten. We reden steeds hoger de bergen in tot we bij de gemeentelijke galerie van Ourem aankwamen, waar we werden opgewacht door Helder Farinha, samen met hem hingen mijn vriendinnen de schilderijen op. Als eerste koning Rei João IV.

O wat hing hij hier majesteitelijk in een sfeer van geschiedenis, verweven met talrijke legenden. Het was precies zoals ik het me eens had gedroomd, met boven op de berg de oude torens van een kasteel die daar stonden als verlaten tronen. Helder vertelde ons verhalen van strijd en liefde, over koningen en hun bastaard zonen en over een gevangen prinses. Hij liet ons tuimelen door vele eeuwen geschiedenis van het Portugese volk. We hoorden het suizen van de zwaarden tijdens de gevechten en het hinniken van de paarden. We roken de geur van houtvuur en de zon ging ook die avond onder zoals ze al eeuwen deed. Een maan sikkeltje verscheen en bracht ons in het nu terug, terwijl beneden in de valleien de lichten aangingen.

Mijn vriendinnen vertrokken weer naar Fátima. ik zou hen pas terug zien bij de opening op zaterdag. Helder bracht mij naar een gehuchtje onder aan de berg, waar ik de komende dagen zou logeren bij een vrouw met haar twee kinderen. Vanwege het feit dat ik verzorging nodig had gaf zij mij haar slaapkamer en hoefde ik niet naar een ander huis dat op haar erf stond en dat zij verhuurt. De houtkachel brandde en het uitzicht was magnifiek met al die duizenden lichtjes uit de dorpjes in de valleien beneden en de maan aan de nachtelijke hemel.
De sfeer in haar huis was aards en warm. Vol muziek en dampende geuren van traditionele stamppotten en lekkernijen. Er restte mij nog twee dagen om de tentoonstelling met Helder voor te bereiden. We werkten aan de lijst, en brachten de posters en flyers naar belangrijke plekken, verzorgden de verlichting en tijdens de pauzes vertelden we elkaar over alles wat ons inzicht gaf ….ik ontmoette een jonge man met een prachtige ziel, zo helder als de maan ... en die mijn ziel aanvoelde.

Vrijdag avond kwam Michael Peterson naar het huis van Sandra en de volgende dag liepen we samen de berg op naar de galerie waar Helder ons opwachtte. Michael had de schilderijen nog nooit zo mooi zien hangen. Ze waren sterker geworden en straalden krachtig. Helder gidste Michael door de het historische gedeelte van Ourem en nog hoger de berg op naar de kolossale ruïne. Daar op de top genoot Michael van het weidse uitzicht. Als het toen niet bewolkt was geweest had hij rechts Spanje zien liggen en links de zee ... Onze vriend  liet hem ook het plakkaat zien aan een van de poorten van het oude Ourem, waarop in Romeinse letters werd verteld van de kroning van João IV, die ooit voor de Portugezen de grote bevrijder was geworden van de overheersing van Spanje. Bij die ceremonie weigerde hij de kroon op zijn hoofd te zetten en gaf die aan Maria. Ook het land wijdde hij aan haar bescherming toe. Dit verhaal had mij destijds zo geraakt dat ik deze koning wilde schilderen. Ik wenste het niet alleen daar op te hangen in het huis wat eens zijn bezit was geweest. Maar wilde het ook aan de stad schenken, in het verlangen de bestuurders van het land te herinneren aan deze koning die in zijn tijd al begrepen had dat we de levenskracht en de wijsheid van de Godin hebben te eren in God en in elkaar.

castello

boven op de berg, de ruïne van het castello

Tot mijn grote vreugde verscheen op de opening een vrouw in naam van de burgemeester en ook iemand van de krant en we merkten dat de mensen  genoten Ze dronken van de energie in de schilderijen en ontspanden  meer en meer. Tegen het einde verscheen onverwachts de burgemeester met zijn vrouw en kinderen op het plein voor de galerie en daar ving hij door de open deur een blik van de koning op, die hem moet hebben gewenkt, want hij kwam de galerie binnen. Later bleek dat hij met meerdere belangrijke mensen was dan alleen met zijn gezin. We ontmoetten elkaar en ik vertelde hem over mijn zeven steden project en ook mijn wens het schilderij van de koning aan de stad Ourem te geven. Hij was geroerd en vervulde ter plekke mijn wens.

De volgende dag gingen Michael en ik met iemand van de gemeente naar het stadhuis om een plek uit te zoeken voor de koning. Het werd een plek in de hal.

Na de euforie van de opening aten we in een café waar ik de vorige dagen had gegeten maar nu waren mijn vriendinnen daarbij en ook Michael en Helder. Ik zat tussen hen in stil dankbaar te wezen. Al vele dagen lang waren deze vier mijn engelen op aarde. Zij hadden met mij mee gedroomd. En mijn droom was uitgekomen. De twee vriendinnen hadden voor drankjes en hapjes gezorgd bij de opening. De man van het restaurant in Fátima, waar we zo graag aten, had een schaaltje olijven meegegeven …..

Na dit feestmaal reden wij met Guillette en Margreet terug naar het huis van Sandra waar Michael en ik logeerden. Wat had Guillette graag gezien dat het haar huis kon zijn. Zij droomt al zolang van een huis in Portugal. Wij namen  afscheid van elkaar want de volgende dag  zouden zij terug vliegen naar Amsterdam.

Terwijl zij naar Lisboa reden bezochten Michael en ik Fátima. In de middag waren we terug in de galerie waar we de ouders van Helder ontmoeten en ook zijn zusje. Een onvergetelijke warme ontmoeting vol liefde en fado energie. Later kwam er een bezoeker die ook op de opening was geweest . Hij wilde graag zijn vrouw mijn werk laten zien. Mijn schilderijen herinnerde haar aan een bijna dood ervaring. Beiden genoten zij van de schilderijen en lieten mij weten dat ze terug wilden komen in het laatste weekend van de tentoonstelling als ik er ook weer zou zijn.

Twee dagen later vlogen Michael en ik door de lucht weer terug naar Amsterdam. We vlogen boven de wolken. O wat genoot ik daarvan uren lang ... en dan opeens was Amsterdam er weer, die vrije stad. Ik kon wel dansen van blijdschap. Hier voelde ik niet die zwaarte van het leven ... zoals dat door veel mensen in Portugal ervaren wordt en hen het gevoel meegeeft dat je alle zeilen moet bij zetten om alles te overleven wat op je weg komt.

  1. Januari vlieg ik weer terug om afscheid te nemen van hen, die mij zo dierbaar zijn geworden en van die oude Keltische plek vol historie waar mijn schilderijen nu deel van uitmaken om daarna te gaan naar een nieuwe stad met de naam Entroncamento, ontstaan tijdens de bouw van de eerste spoorweg.

De opening is daar op 12 Februari en duurt tot 12 Maart

Ik zal jullie er weer verslag van doen

Voor nu al mijn liefs en dankbaarheid

unamore